maandag 20 januari 2014

ANUNNAKI ONZE GODEN - deel 11 - Klaar voor nu en straks weer verder

Wat losse eindjes, oude verhalen en... 

Ik ben alle afleveringen nog eens nagelopen om in de teksten eventuele onduidelijkheden, onjuistheden en fouten te zoeken en deze in dit deel te verduidelijken en te verbeteren, zodat we de eerste 9 delen achter ons kunnen laten vooraleer we ons richten op de komst van de Anunnaki en de kolonialisatie van de planeet Gaia, door hen Ki genoemd. Voldeed deze planeet aan hun verwachtingen? Wat was hun motivatie hier te verschijnen en deden zij aanpassingen om hier te kunnen werken, leven en wonen? Ja dat deden zij! Al teruglezend kreeg ik ook sterk het gevoel 'oude' verhalen, zeg maar overleveringen van her en der, uit vergane beschavingen en oude culturen te presenteren om een nog completer overzicht te verkrijgen. Deze aflevering kenmerkt de overgang naar het ware verhaal over de komst van de Anunnaki, ook bekend als de Nephilim, maar... dat komt pas de volgende keer.

Mede omdat ik me daar op moet voorbereiden en inlezen en vooral wat zoekwerk moet verrichten. In deel 1 (Het eindeloze begin - 1.0) start ik de zoektocht naar wie de mens is, wat hij op deze planeet doet en waar hij vandaan komt. Het is het begin van het weten en doorgronden wie of wat GOD is, wie de 'Goden' zijn en wat onze relatie is met hen. Ik ben niet alleen dit leven met deze speurtocht doende; ook door mijn vorige levens loopt de bekende 'rode draad'. Talloze keren al bezig met het ontrafelen van de godsdienstige noodzaak van de mens. Opkijken tegen idolen en bovennatuurlijke wezens als houvast voor de immer wankelende mens, de schoorvoetend strompelende en voortgaande ziel die zo graag zijn aanwezigheid verklaart wil zien en in tijden van zwakte, ziekte, hongersnood en rampen, zich wil vastklampen aan het idee dat er een oppermacht is die over hem hoedt.

Ook was ik meerdere keren geboeid en deed ik taalonderzoek of raakte ik betrokken bij andere vormen van taal; zoals geheimtaal, het coderen en decoderen van boodschappen. Ik begon deze reeks met het inzoomen naar de oorsprong; de doperwt. Van creatief proces naar Oerknal. Van stofnevels en sterrenstelsels naar de Melkweg en van daaruit naar de contouren van ons eigen zonnestelsel en de ontdekking van GOD. Geen schepper van Kosmos en HeelAl, maar van kleinere orde; 'schepper van Hemel en Aarde'... en slechts een regionaal fenomeen. In (Het eindeloze begin - 2.0) ga ik er van uit dat ons zonnestelsel een 'binair-systeem' is bestaande uit tenminste twee sterren... dat wat Zecharia Sitchin reeds ontdekte in de oude Soemerische teksten; dat ons zonnestelsel nog een planeet herbergt, dan ook klopt... en wel in de zin van een nog bestaand aanwezig ons onbekend lid van ons zonnestelsel.

Geen planeet maar een ster. Het Soemerische woord voor ster is AN. en het pictogram voor dat woord of begrip is een achtpuntige ster.

Het staat voor de ster en zijn aanvankelijk zeven satelieten of planeten ('nephews' zeggen de Hopi Nativs en 'engelen' zegt de Bijbel). Van deze ster zouden ongeveer 445.000 jaren geleden astronauten gekomen zijn om onze planeet Gaia, door hen Ki genoemd (de 'gekiepte'). Dit getal is een aanname van Zecharia Sitchin, die hij baseert op een ander getal. Hij meent dat de mens, die het getal 120 kreeg van God, staat voor de tijdsduur die de Anunnaki op onze planeet aanwezig zijn, totdat de zondvloed de mens wegvaagt. In zijn boek; 'De Twaalfde Planeet' schrijft Zecharia Sitchin dat de Anunnakigoden 40 Sjars zwoegden. Een Sjar (Shar - SHA AR - jaar/tsaar/ceasar/keizer) heeft een tijdsduur van 3.600 'aardse' jaren, dus 40 Sjars staan voor een periode van 144.000 jaren. De Anunnaki waren reeds 144.000 jaren op deze planeet aan het zwoegen om ertsen en mineralen te delven alvorens Enki de opdracht kreeg een 'werker' te scheppen.

Zecharia Sitchin meent dat de mens dan ook 300.000 jaren geleden verscheen, want 445.000 - 144.000 = 300.000 jaren... de logica ontgaat me moet ik zeggen. Ikzelf zou in de redenatie van Sitchin denken; 120 x 3.600 jaren = 432.000 jaren plus de 40 Sjars (40 x 3.600 = 144.000 jaren) komt op 576.000 jaren plus 10.800 jaren (nà de zondvloed tot heden) maakt totaal 586.800 jaren! en dat zijn in totaal 163 Sjars van 3.600 jaren. Mag je allemaal weer vergeten, maar ik denk dat Sitchin niet goed gerekend heeft. Ik zou eerder aannemen dat de moderne mens hooguit 200.000 jaren geleden ten tonele verschijnt, plus de 144.000 jaren die de Anunnaki hier zwoegden zonder hun slaven en dan kom ik op 344.000 jaren... maar ik kan er voorlopig niks mee. Wel met Sitchin's totale uitkomst, niet met zijn redenatie. Zijn totale uitkomst komt de volgende keer aan bod... althans dat het gerelateerd is aan een tijdsmoment.

Ik zocht op in de Bijbel (Statenvertaling 1637) en in Genesis trof ik de bijbehorende tekst aan.

Genesis 6:3. 3 Toen zeiden de HEERE: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten in den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaren.

Niet de tijdsduur tot aan de zondvloed zoals Sitchin meent, maar zijn levensduur nà de zondvloed. Door genetisch ingrijpen wordt de mens nà de vloed nog maar 120 jaren maximaal, terwijl Adam nog 930 jaren oud werd en Noach 630 jaren oud... en Abraham verderop in de bloedlijn nog maar slechts 175 jaren. Alan F. Alford gaat er in zijn boek; 'De Goden van de Kosmos' dieper op in en dat zal ik in de toekomst nog wel belichten als ik bij Adam en Eva, Kaïn, Abel en Seth ben aanbeland. In april 1999 deed ik een spontane... ahum... een gedirigeerde ontdekking omdat ik over de juiste ingrediënten beschikte te zien wat er te zien viel. Ik had de juiste gereedschappen te ontdekken dat ik vanuit het moderne Nederlands toegang had tot de vertaalde teksten uit het 'spijkerschrift' van de kleitabletten. Aanvankelijk van tafel geveegd, maar in een later stadium alsnog omarmd en gekoesterd. Mijn ontdekking houdt in dat ik aanneem dat het Nederlands...
en het Duits (Vlaams, Surinaams, Antiliaans en Zuid-Afrikaans) de taal der 'goden' is. Onze scheppers; de Anunnaki of Nephilim spreken een taal waarop de onze erg veel lijkt. Andersom kan ik stellen dat onze taal en die van de Duitssprekenden de laatste zuivere restanten zijn van de 'godentaal' door mensen gesproken. Komt allemaal nog uitvoerig aan bod in komende delen (de aangekondigde 25 afleveringen zullen beslist overschreden worden...). Ik was al een beetje 'taalwakker' en werd het begin jaren '90 toen ik Berend Willem Hietbrink (1943) in het programma 'De Stoel' van Rik Felderhof zag. Later kocht ik zijn boekje; 'Kwispelen met taal', want als een Hond kwispelt zegt hij; 'ik wil spelen', dus kun je de titel ook lezen als 'ik wil spelen met taal'... en dat ben ik gaan doen na mijn ontdekking. Later dook ook ene Han Pelser op. In het programma 'Spijkers met Koppen, met Jack Spijkerman.

Han Pelser deed aan naamuitleg en wel door anders te kijken naar iemands voornaam... of juist heel gewoon te kijken en wel op een manier die wij verleerd hebben. Han zei tegen Spijkerman; 'U draagt graag spijkerjacks'... 'Nou euh... ja dat klopt wel', antwoordde Jack. Dat zit namelijk in uw naam. Jack Spijkerjack... spijkerbroek enz... verbazing alom en toen drong tot me door dat je onbeperkt mag spelen met taal. De houding van Hietbrink en Pelser maakte indruk. Taalgebruik, taalbeleven en spelling zijn gebonden aan de spreektaal en niet aan de schrijftaal. Het is niet gebonden aan universitaire wetten en bepalingen of beperkingen en mag in alle vrijheid toegepast worden. Voor de orde in onze samenleving en voor de onderlinge uitwisseling hebben we echter wel afspraken nodig! Mijn ontdekking is dat de Anunnaki naast hun vloeiend gesproken taal ook gebruik maken van een statische taal.

Dit is een afkortingentaal, een soort steno zeg maar, een sterk gestileerde taal, die ik omschrijf als een 'opdrachten- of commandotaal'... destijds omgedoopt tot Kwando. Kwando is een korte beknopte taal, uitermate geschikt voor een geavanceerde beschaving, voor wezens die aan ruimtevaart doen, voor wie koloniseren de normaalste zaak is en het houden van slaven ook. Het lijkt mij een technische taal en ik vermoed dat de teksten op de kleitabletten, het spijkerschrift, in steno is aangebracht, opdat er zo veel meer informatie op een kleitablet kan. Logisch moet ik zeggen... maar ik had er nooit over gelezen. Pas anderhalf jaar geleden las ik dat een Nederlandse assyriologe vaststelde dat de vertalingen eigenlijk in een kortschrift is geschreven. Heel goed gezien! Goed... verder met de voorgaande afleveringen die ik nog eens voorbij laat komen. In deel 5 (De schepping van Hemel en Aarde - 2.0) schrijf ik; 'Herriemelk en Lawaaipap' en daarbij geef ik een korte uitleg. Ik was nog maar net met mijn ontdekking doende toen ik het woord 'hemel' wilde duiden. Maar met amper voorbeelden of aanwijzigingen moest ik het doen met mijn fantasie. Dus werd hemel HE EM EL en ook HE ME EL en HE ME LE... HE staat voor heftig en hevig en ME kon ik niet plaatsen, maar wel wist ik dat de 'hemel' de astroïdengordel was, dus moest het iets van doen hebben met stof, gruis en brokstukken. Met ondoorzichtigheid en toen schoot het woord 'mellow' me te binnen en meteen ook 'melk'. Witte vloeistof en ondoorzichtig. Mellow is honing en honing is niet altijd helder, denk maar aan Klaverhoning. Niet zo helder als Acaciahoning... en zo begon het spelen. Toen ik aan goede vriend Robert (die van 'kwando' en de opmerking bij de professor sterrenkunde... dat er eerst niks was en dat nog ontplofte ook...) vertelde over...
mijn ontdekking dat de 'hemel' melkachtig is, door mij 'herriemelk' genoemd, riep hij meteen 'en lawaaipap'. Herriemelk en lawaaipap. Dat is ook spelen met taal. Als we naar de nachtelijke 'hemel' kijken zien we bij zeer helder weer en bij absentie van de Maan vaak een heldere lichte band. Dat is de melkachtige sliert van sterren die we bij het naar 'binnen' kijken van de Melkweg zien. Een verdichting van sterren. Niet zo belangrijk, maar leuk te weten natuurlijk... en als ik zo even doorspeel met taal en kijk naar de naam Molkwerum, een plaatsje in Friesland, dan zegt mijn rijke taalfantasie dat die plek alles te maken heeft met 'sterrenkunde' in de oudheid. Molk = melk = sterren en 'werum' is terugkeren of weeromzenden van informatie. Blijft giswerk natuurlijk, tenzij de oude Friezen kennis hadden van de tweede ster... die met regelmaat weerkeert, weeromkeert en wel uit de richting van IJsland, Groenland en Canada.

Molkwerum ligt aan de kust en de sterrenkijker stond vast en zeker gericht op de noordelijke hemisfeer, vanwaar elke 3.600 jaren de tweede ster komt. Een mooi moment voorbeelden te geven van oude verhalen over 'hemelstrijd' tussen de goden. Het eerste verhaal gaat over Mardoek zoals Sitchin hem aanvankelijk noemt, over Nibiroe of hoe we hem ook kennen of noemen. Al die namen komen nog wel eens uitgebreidt aan bod. Ook de Aboriginals (a born original?!) hebben een scheppingsverhaal natuurlijk. De 'Droomtijd' is de naam van hun scheppingsverhaal. Voordat deze oergebeurtenis plaatshad, was het landschap vormloos (de aarde was woest en ledig). In de 'Droomtijd' verschenen de Hemelhelden. Uluru, de grote rode rots in centraal Australië kreeg zijn vorm door natuurkrachten, maar de Aboriginals geloven dat dit alleen kon gebeuren door de tussenkomst van de Hemelhelden. De natuur werkt niet volgens absolute wetten, maar staat onder directe leiding van bovennatuurlijke wezens.

Uluru zit daarom vol symboliek. Een deel van de rots werd volgens de Aboriginals gevormd tijdens het gevecht tussen de 'Liroe' en de 'Koenia'. Deze Hemelhelden kunnen worden herkend in de grillige vormen van de rots. De Aboriginals kennen het landschap dus spirituele waarde toe. Zij beschouwen zich niet als de heersers over het landschap en zodoende kan grond geen bezit zijn... Laten we eens kijken of we Liroe en Koenia kunnen ontmaskeren en als we dat doen of we dan ook uitkomen bij de planeet Tiamat, tweede geboren planeet uit de Zon (Apsoe) en bij de sterrenvonk die 4,1 miljard jaren geleden vanuit de Orion-nevel op ramkoers ging en uiteindelijk in ons zonnestelsel terecht kwam. Liroe wordt in Kwando LI RU> met de betekenis; 'ligging/positie-opkomen' en andersom UR IL

Koenia wordt - en sommigen zien het al (Koe) KU NI A> 'ongerept-turbulent-water' en omgekeerd A IN UK< met de betekenis; 'water-intens-groeien', ofwel Koenia slaat op een object dat ongerept is en oorspronkelijk, het is turbulent (borrelt, bruist, stoomt), waterrijk en komt ook uit de wateren... Het gaat hier om de Stierplaneet, de komeet - dat wordt wel duidelijk. GUD (GU UD>) spreek je uit als Goe en dat lijkt wel verdacht veel op Koe. In een aantal talen zijn de G en de K verwisselbaar. Net als de B en de V. Liroe is Tiamat, de planeet wier ligging was tussen de planeten, gezeten op de troon. Heersend over wat nu de binnen- en de buitenplaneten zijn; daar waar nu de astroïdengordel is... Daar zetelde Liroe en haar positie werd bedreigd door de komst van Koenia, de 'waterkoe', de 'Hemelstier', de grote waterrijke staartster, de grote komeetplaneet die op zijn reis door de inktzwarte buitenruimte zoveel water meeneemt... en bij zijn botsing met Tiamat (Liroe) afgaf aan haar. Koenia moet Gud zijn, Anu, Jezus, Ra, Shiva, Mazda, Suzuki enzovoorts... Koenia was oorspronkelijk.

Hij was net geboren in de kribbe, in de kraamkamer van jonge sterren - in de Orion-nevel. Hij was wild, onaangepast en turbulent... en in de hitte van de Zon smolt zijn meegebrachte ijs. Hij stoomde en kolkende wolken omgaven hem. De wateren waren intens (borrelden, bruisten, spoten en kolkten) en de stoomwolken groeiden. Zij staart groeide naarmate hij dichter bij de Zon kwam. Mooi verhaal van de andere kant van de wereld, net als het volgende verhaaltje uit de Aryan-Hindoe geschiedenis. Rudimenten van een 4,1 miljard jaren oude gebeurtenis die al doorvertellend behouden zijn gebleven. Net zoals Allerzielen, Allerheiligen en Haloween (Shamhain bij de Drüden en Kelten), dat ons zou moeten herinneren aan de grote vloed, de 'Zondvloed' van 10.800 jaren geleden. Zo zit heel veel van ons verleden in ons bewustzijn. Het gaat er om dat die 'herinneringen, door Jan Evert Musch 'herumvindings' genoemd, een plaats krijgen in ons denken. Zo herbergen veel mythen, sagen en legenden, maar ook sprookjes waarheden. Waarheden uit ons mistige en duistere verleden...

Een Aryan-Hindu legende vertelt over deze grote komeet. Het verhaal gaat als volgt; 'In het begin waren er alleen goddelijke lichamen (celestial body's - de planeten). Er kwam opschudding in de hemelen. De Draak was in tweeën gespleten (dat moet planeet Tiamat zijn!) door de 'Flowing One of storms'... en dat is de grote komeet, met zijn zeven winden (satelieten of planeten). De in tweeën gespleten planeet Tiamat vervalt tot een overgebleven helft en een verbrijzelde helft. De bovenste helft wordt 'Rehu' genoemd en Rehu doortrekt de hemelen, op zoek naar wraak! De onderste helft, 'Ketu' genaamd (= Primeval Ones, het afgeslagen deel), heeft zich verbonden met de orbits van de andere planeten. Het puin en gruis van de verwoeste planeethelft draait nu en een baan om de Zon (astroïdengordel).

Wij, lieve mensen, wonen dus op Ketu, de overgebleven helft van de planeet Tiamat... Ketu = KE TU> en betekent; 'keren-toe' en UT EK< 'uittreden-eerstkomend', ofwel Ketu betekent zoiets als 'zich toekeren, uittreden meteen'. Dat wil zeggen dat de overgebleven helft zich toekeerde (omdraaide) en uittrad! Het restant 'kwam naar buiten en wel meteen'... Dat kan kloppen want de Soemeriërs schrijven dat de overgebleven helft werd weggeketst door een 'engel' God's - en wel naar een nieuwe positie om de Zon. Rehu wordt RE HU> en betekent; 'regelmaat-enorm' en omgekeerd U H(A) ER

Ketu staat dus voor 'keren' en omkeren (lange elipsvormige baan) en voor 'toenaderen' en voor 'uitreden' en eerstkomend. Dat lijkt cryptisch maar is het niet. De ster heeft twee keerpunten (in de richting van de sterrenbeelden Kreeft en Steenbok)... van de Zon af en naar de Zon toe. Hij komt uit (verschijnt in de astroïdengordel) eerstkomend ofwel steeds weer. En dat al 4 miljard jaren lang. De overleveringen van de Hopi Nativs in Noord-Amerika en die uit het oude India over Shiva en Ganesj komen een andere keer wel aan bod. Voor deze keer laat ik het hier bij. Volgende keer; de komst van de Anunnaki. Komen zij van een planeet rond de tweede ster van ons stelsel of... komen zij uit de 5e of zelfs 6e dimensie en hebben zij dit deel van deze spiraal van de Melkweg in bezit genomen? en daarbij honderden sterren en hun planeten overlopen? Zoals een zwerm Spreeuwen neerstrijkt op een voedselrijke plek... Tenslotte werden Enki en Enlil, zonen van de grote God Anoe niet op de zelfde planeet geboren, maar ergens tussen de sterren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten