maandag 20 januari 2014

ANUNNAKI ONZE GODEN - deel 12 - Nephilim komen 'in-hun-naki'....

Lang lang geleden 

De komst van de Anunnaki naar onze planeet heeft plaatsgevonden in een tijd, ver zeer ver voor de zondvloed en de jaartelling die wij hanteren. Voor gewone stervelingen amper te bevatten omdat wij slechts 80 jaren oud worden, niet of amper herinnering hebben aan een vorig leven en zodoende in een tijdschaal zitten, die grotendeels door de geschiedenisboekjes en de daarbij behorende jaartallen worden bepaald. Mijn opa's werden geboren in 1890 (moeders kant) en 1899 (vaders kant) en hun opa's rond 1840 en 1850 zeg maar... hun vaders hebben als kind nog de troepen van Napoleon door de Bataafse Republiek zien trekken. Staande langs de stoffige weg zagen ze, met een snottebel aan de neus, de eindeloze optocht van Napoleon's leger voorbijtrekken; de ruiterij, paarden met karren en kanonnen en voetvolk. In Brummen, mijn geboortedorp, gingen een aantal dappere mannen mee met Napoleon naar Rusland. Enkelen keerden weerom van de winterse hel op de Russische steppen... maar toch ligt de geschiedenis van die overgrootvaders niet zo heel ver terug omdat onze levens behoorlijk snel voorbijschieten... dus van Napoleon terug naar Willem de Zwager en zelfs Columbus en de Vikingen - gaat met de zelfde stappen terug.

Desondanks is de zondvloed toch al 10.800 jaren terug in de tijd en dat is een behoorlijk end... We vinden de tijd waarin de Romeinen leefden al antieke geschiedenis... terwijl zij de laatsten zijn bovenop de berg van vergane beschavingen. 'Blinken en verzinken', noemt een taalvriend dat proces. De Romeinen volgden de Macedoniërs op en die weer de Grieken en de Perzen, die leunden op de dynastieën van Egypte en China, India en Mexico en dan zitten nog niet eens op de helft terug naar de zondvloed. Tezelfdertijd doken de Babyloniërs op en de Assyriërs, die op hun beurt steunden op de nog oudere beschaving van de Soemeriërs en dan pas zijn we over de helft en houdt tevens de geschiedschrijving op. Alles daarvoor is pré-historie. Oude teksten vertellen ons dat eens 'de Anoennaki, goden van hemel en aarde' de genen zijn die afdaalden van de hemel om hier als kolonist te werken. Zecharia Sitchin schrijft dat het Akkadische woord 'an-noen-na-ki' zich laat vertalen als de 'Vijftig die van de hemel naar de aarde afdaalden' en als de 'Vijftig grote prinsen'... en dat dit de mannen zijn die hier voor het eerst voet op de bodem zetten na hun ruimtereis vanaf hun planeet in de astroïdengordel en Mars voorbij ons in zicht krijgen.

De komst van de Anunnaki 

Aangezien ik het moderne Nederlands en Duits zie als de laatste restanten van de oertaal en mijn taalvondst van april 1999 min-of-meer bevestigd dat het klopt, durf ik Anoennaki gerust te vertalen als een Duits woord. In oertaal ziet het er als volgt uit; AN UN NA KI> (auf Deutsch uitspreken als An-oen-na-ki) en in plat-Amsterdams als 'in-hun-naki'... want deze astronauten kwamen met een minimum aan bepakking, gereedschappen en hulpmiddelen, voedsel en kleding. Beslist niet meer dan noodzakelijk... want elke kilo vracht kost de ruimtevaartuigen heel veel brandstof. Ze kwamen in hun 'naki' en werden de Anunnaki genoemd; 'Zij die neerdaalden uit de hemel'. In het Kwando is AN UN NA KI> het volgende; 'hemel-eenheid-gevormd-ki', ofwel de Anunnaki, de astronauten en kolonisten werden in de Hemel gevormd als eenheid voor hun missie naar planeet Ki (de gekiepte) of Gaia.

Zoals eerder aangegeven betekent het Soemerische woordje AN> 1 - Ster, 2 - Hemel en 3 - Kennis omdat alle 'kennis' op onze planeet afkomstig is van de Anunnaki, die van een planeet rond een ster komen die elke 3600 jaren door de Hemel scheert. Anunnaki omgekeerd wordt dan IK AN NU NA

'Als Mardoek's omloop hem steeds weer naar de plaats brengt waar eens Tiamat stond (tussen Mars en Jupiter), waarom hebben wij dan deze planeet die naar aangenomen wordt groot en helder is, nog niet gezien'? vraagt Sitchin zich af... Mardoek trekt naar onbekende regionen van het luchtruim en de verre grenzen van het HeelAl... Hij ziet alle delen van het HeelAl... Hij is de 'toeziener' op alle planeten... Hij houdt hun banden (banen) vast... en maakt en kring om hen heen... Zijn elliptische baan kent twee keerpunten; eentje dicht bij de Zon (het perigeum) en die het verst van de Zon (het apogeum). Zijn reis voert hem vanuit de diepe buitenruimte naar het binnenste van ons zonnestelsel. Zo kunnen de wetenschappers (waaronder natuurkundigen en astronomen/astrologen) bij elke passage, eens in de 3600 jaren, ons zonnestelsel in kaart brengen, metingen verrichten en in later stadium zelfs onbemande verkenningsvluchten uitvoeren. Omdat de naam Nibiru algemeen en wereldwijd wordt gebruikt om deze ster te duiden omdat Sitchin dat deed... hoewel hij hem aanvankelijk eerst Mardoek noemde, zal ik de naam voor de helderheid vertalen en verklaren.

NIBIROE is nibiru/nibiroe en ook NI BI RU>, met de betekenis; 'nibelungen-binnenin-opkomen', ofwel alleen als hij in de astroïdengordel verschijnt en opgewarmd wordt door de Zon en gravitatiekrachten vulkanisme opwekken - wordt hij Nibiru genoemd. Het is een positie tijdens zijn reis van 3600 jaren en wel in de atroïdengordel. Omgekeerd is het dan UR IB IN

'De grote planeet: Bij zijn verschijning donker rood. De hemel verdeeld hij in tweeën En staat als Nibiroe'. 

Nibiru is dus een positie in de astroïdengordel en niet de algemene naam van deze illustere tweede ster van ons stelsel. De metingen die de 'goden' verrichten op hun planeet betrof de waarnemingen van de planeten waarlangs zij van buitenaf langstrokken. Metingen werden 'wetingen' en zo maakte men plannen het stelsel beter te verkennen door gebruik van onbemande 'verkenners'. Uiteindelijk verkozen zij de 'zevende' planeet voor hun bemande missies. De zevende van de zevende was de uitverkoren planeet, geschikt voor exploitatie en bewoning, want de 'goden' zouden lang lang van huis zijn. Ik gebruik hier nog de benaming 'goden' omdat het beter weergeeft dat zij de bewoners zijn van een planeet in het stelsel GUD (GOD), zoals 'aardlingen' de bewoners zijn van Aarde. Later zal ik weer overschakelen op de Anunnaki, een algemener en bekendere term voor onze ruimtebroeders. Planeet Ki/Gaia was de zevende van de zeven en daarmee doelen de goden op de oerbasis van zeven lichamen. Op hun reis naar Ki (de gekiepte) passeerden zij eerst Pluto, dan Neptunus, Uranus en Saturnus. En dat is een markant deel van hun tocht naar de 'zevende'... zo zal blijken. Wellicht het meest gevaarlijke deel van hun tocht.

Het Koningschap van de Hemel 

Na Saturnus doemt Jupiter op en staat Mars als een baken op de route, met daarachter de zevende planeet Ki. Dat zijn de 'zeven van de OEB', de zeven planeten van de oerbasis (UB> = oerbasis) ofwel 7-Up. Nadat Saturnus gepasseerd is en ook Jupiter, dan woesshhh... maakt hun sterstelsel een zwaai voorlangs planeet Mars in de bocht om de Zon (keerpunt in de astroïdengordel) en zien zij Mars voor hen opdoemen. Voor hen ligt de 'gesmede armband', de 'Ring des Nibelungen' ofwel het grote draaiende wiel om de Zon; de astroïdengordel. Een moeilijke barriëre. De oude geschriften zeggen dat de Anunnaki zich tijden de passage van Pluto, Neptunus, Uranus en Saturnus reeds opmaakten voor het verdere verloop van de reis. Zij passeerden Pluto (SJOEPA - 'waar de koers werd uitgezet') en Neptunus (IROE - 'de lus'), alwaar een wijde bocht of lus ingelast werd en vervolgens schieten zij door naar Uranus (HOEM BA - 'moerasvegetatie') en dan Saturnus (TAR GAL LOE - 'de grote vernietiger') en dat ijkt me duidelijk; Saturnus, tien maal groter in doorsnee dan onze planeet, heeft een enorme aantrekkingskracht en is gewapend met de 'ringen' die als een cirkelzaag om hem heen draait. Een geducht wapen en voor de ruimtevaartuigen een groot gevaar. Een oude tekst zegt:

'Het is geschapen als een wapen; Het heeft aangevallen als de dood... De Anoennaki, vijftig in getal heeft het gedood... De vliegende op een vogel gelijkende SJOE SAR heeft het op de borst geslagen'.
De goden sidderden en beefden en zullen steeds met grote opluchting en blijheid gereageerd hebben Saturnus gepasseerd te zijn, zonder averij opgelopen te hebben. Kijkend naar het vers hierboven, verliep de tocht niet altijd even vlekkeloos en vielen ruimteschepen ten prooi aan de cirkelzaag. En dan doemt de reus Jupiter op (SAG ME GAR - 'de grote, waar de ruimtekleding wordt aangetrokken'). Uiteraard kennen de goden meerdere namen toe aan de genoemde planeten, maar ik houdt het maar even simpel. Nà Jupiter gaan ze de astroïdengordel in, de scheiding en barriëre tussen Jupiter en Mars. Hier buigen ze af naar een moeilijke en gevaarlijke doorgang naar de rode planeet Mars (OETOE KA GABA - 'het licht aan de poort der wateren'). Een baken (rood oplichtend in het licht van de ster de Zon) en richtingaangever voor de laatste in de rij van de 7 van de Up. De zevende planeet wordt SJOE GI genoemd ('de juiste plaats' en ook 'land aan het einde van SJOE')... de eindbestemming van de lange ruimtereis. In het boek; 'De Twaalfde Planeet' van Sitchin valt te ook te lezen hoe de reis aan boord werd ervaren, welke handelingen gedaan werden, beslissingen genomen en hoe de koers werd uitgezet voor het welslagen van de reis. Het ruimteschip van de goden werd gelanceerd vanaf hun planeet, maar lang voor zijn aankomst op Gaia.

Basiskamp 1 Eridoe

'Toen het koningschap vanuit de hemel neerdaalde, kwam het eerst in Eridoe. In Eridoe werd A LOE LIM koning; hij regeerde 28.800 jaar. A LAL GAR regeerde 36.000 jaar. Twee koningen regeerden 64.800 jaren'. Planeet Gaia was niet zo maar het doel van een bezoek, of van een kortstondige onderzoekingstocht; het was een duurzaam 'tehuis ver van huis'. Het was een weloverwogen beslissing deze planeet te kolonialiseren om er waardevolle ertsen en mineralen te winnen. Ze kozen voor hun landing een positie in de Indische Oceaan of liever de Arabische Zee (gelegen tussen India en het Arabisch schiereiland) om zo via de Golf van Oman en de Straat van Ormoess naar de Perzische Golf te varen... en in de delta van de rivieren de Eufraat en de Tigris te belanden. Oude teksten zeggen dat sommige bemanningsleden als 'vissen gekleed' waren... en afbeeldingen van de godheid Oannes laten dat duidelijk zien; een half mens-, half vis-wezen. Het is een interpretatie gedaan door mensen die nog nooit een zwemmer in kikvorspak hebben gezien... in een duikpak met bril, snorkel en zwemvliezen. Deze manschappen hoorden bij de 'hemelboot', die kennelijk ook een echte boot was, want hij kon varen en bracht de manschappen aan land. Maar ze kwamen niet zo ver! omdat het zeeniveau 200 meter lager lag dan heden. Ze bevonden zich op honderden kilometers van hun doel in de delta. Uiteindelijk bereiken ze die plek en richtten zij hun eerste vestiging op onze planeet in. Ze noemden haar E RI DOE ('in de verte gebouwd huis').

Een passende naam, die blijkens de Kwando-vertaling hieronder dan ook helemaal klopt en zelfs meer oplevert. Het hedendaagse Perzische woord 'ordoe' (kampement) refereert nog aan de naam Eridoe, aldus Sitchin... hoewel het mij meteen doet denken aan ons Nederlandse woord 'orde'. In de zin van overzicht, functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid; een kamp en verblijf dat aan ordening is onderworpen en volgens plan en ontwerp is aangelegd. Geen ongeregeld zootje rondom een kampvuur, maar efficiënt, nuttig en dienend.
Eridoe kan ik op drie manieren uiteenrafelen; 1 - E RI DU>, 2 - ER I DU> en 3 - ER ID U>, met de betekenis; 1 'huis-realiseren-gaan', ofwel een huis bouwen na vertrek (nadat ze gegaan zijn...), 2 'waardevol-essentie-gaan', ofwel een waardevol huis zelfs, essentieëel na hun vertrek van huis... want dit 'behouden huys' zal voortaan hun basis zijn... 3 'waardevol-identiek-diepe bron', ofwel een waardevol huis, identiek aan wat ze gewend zijn thuis... met de nieuwste snufjes, gebruiksgemak en comfort. Een huis met een moderne keuken, sanitaire voorzieningen; baden/douches en toiletten en zo meer... Keer ik de woorden om dan zie ik; 1 - UD IR E

Zecharia Sitchin, een groot talenkenner overigens, ziet in de naam Eridoe linken met woorden in andere talen. Hij schrijft; 'Het is een woord welks betekenis wortel geschoten heeft in alle talen. In het Duits 'Erde', in het Oud-Duits 'Erda' en 'Jördth' in het IJslands, 'Jord' in het Deens, 'Airtha' in het Gotisch, 'Aarde' in het Nederlands (waarschijnlijk toegevoegd door Carolus Verhulst, vertaler van 'The Twelfth Planet'), 'Erthe' in het middel-Engels en 'Aratha' in het Aramees (denk daarbij ook aan de bergketen Ararat, waarop de Ark van Noach strandde na de zondvoed), evenals 'Ereds', ook een Aramees woord... verwant aan 'Erd' of 'Ertz' in het Koerdisch en 'Eretz' in het Hebreeuws'. Kampement Eridoe laat dus taalvarianten na in tal van talen waarin we 'aarde en bodem' herkennen en ook de aanduiding 'erts'. Wat Verhulst niet zag en Sitchin niet kon weten is dat ons woord 'eerst' ook in aanmerking komt, want dit is basiskamp-1, het 'eerste' op deze planeet. Zeer waarschijnlijk hebben de Anunnaki het complete kamp gebouwd van hun ruimteschip dat in modules uiteen gehaald kon worden. Op potenrustend in het moeras, met roosters als dek. De modulen via sluizen verbonden door harmonicaslurven. Zo werden de modules als losse eenheden aan elkaar gekoppeld. Een kamp voor vijftig astronauten.

Een kamp en onderkomen op een wilde, woeste planeet. Een luxe onderkomen ook en aangepast voor alle weersomstandigheden... en bestaande uit een gezamenlijke huiskamer, restaurant, keuken, provisieruimten, slaapvertrekken, ziekenboeg, laboratorium en werkplaatsen en schuren voor gereedschappen... en niet te vergeten een arsenaal met de modernste wapens... want je weet maar nooit. Het kamp staat in het moeras en heeft ook aanlegstijgers voor de hovercrafts, de platte motorboten en voor de lichtgewicht helikopters, want het werk en verkenningen moeten gedaan worden. Hoofdzaak was het uitbouwen van basiskamp Eridoe en geschikt maken voor de vele manschappen die nog zouden komen. De komst van de Anunnaki die 'in-hun-naki' kwamen zouden tot op de dag van vandaag blijven. Deze dappere manschappen lieten alles achter en kozen (gedwongen) voor expansie van hun planeet en volk en wellicht ook wel uit noodzaak om volk en planeet te redden... want sommigen beweren dat zij louter kwamen voor goud. Goud om te vermalen tot poeder en om aan te brengen in hun sterk gehavende atmosfeer... om de planeet leefbaar te houden en de radioactieve ruimtestraling weg te ketsen... van hun dampkring. Daarover volgende keer meer... en ook over hun dubbele herkomst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten