maandag 20 januari 2014

ANUNNAKI ONZE GODEN - deel 14 - Paradijs, tuin der nevelheimers

Pech onderweg... 

Vorige week zaterdag 11 januari was ik lekker bezig met deel 14 van deze reeks, totdat om half vier mijn tikken op het toetsenbord geen lettertekens meer deed verschijnen op mijn scherm. Wat nu weer? want sinds ik deze serie gestart ben, ondervind ik hinder tijdens het werken op zaterdagmiddag. De computer wordt dan trager, internetten loopt vast en meer van dat soort ongein... en dan moet ik opnieuw opstarten en ik kan zeggen dat haalt de fut der wel uit... dus moet ik afkoelen alvorens verder te gaan. Ditmaal had ik met beide vuisten op mijn bord gebonkt en gehamerd en opeens hoorde ik vreemde bliekjes binnenin het systeem... nee dat verzin ik, maar de bliepjes waren wel echt, wellicht door mijn stevige 'aanslag' op de toetsen kan dat mijn oude bord wel hebben ontregelt.

Dus alle kabels controleren, bellen met een vriend in Vlissingen en via Teamviewer de oorzaak opsporen. En ja hoor! om kwart voor vijf was het wel duidelijk; toetsenbord werkt niet meer. Computerwinkel reeds om 16.00 uur gesloten en wat nu? Even rondbellen met mogelijke helpers; 'Hebben jullie nog een toetsenbord te leen voor dit weekend'? Nee en ja... 'ik zal eens kijken' en zo kreeg ik zondagavond pas de beschikking over een nieuw tweedehands bord. Maar ja mijn aflevering was wel te laat om nog op zondag geplaatst te worden en op maandag en dinsdag zat ik al weer in een ander programma... en deze week moest ook mijn moeder naar het ziekenhuis, dus schuift alles een week op. Sorry voor het ongemak maar... nu hebben Niburu.co/en ik wel een week reserve opgebouwd, want gisteren begon ik wel vast aan deel 15.

Dus als ik wordt platgereden door een Scania-Fabis met oplegger, kunnen jullie komende week nog een deel lezen. Ik moet wel zeggen dat sinds ik met die Anunnaki bezig ben (1986), ik soms hun invloeden waarneem. Ervoor; in 1983 stond ik in Dieren wel een minuut lang onder een driehoekige UFO (gelijke zijden en licht gekromd, zoals een gitaarplectrum), die uit de richting Doetinchem kwam, een haakse hoek maakte boven Dieren en daar bleef hangen totdat het traploos versnellend wegschoot in de richting Arnhem. Later; in 2006 vloog een driehoekige UFO over mij heen. Vrij laag; erboven vloog een lijntoestel dat van Schiphol kwam. Deze UFO had me opgewacht en vormde met de sterren een driehoek totdat ik het zag en toen kwam het naderbij. Duidelijk manifestaties die ik mocht zien en waar ik mogelijk deel van uit maak.

Andere omstandigheden...

In de vorige aflevering was ik blijven steken in het 'paradijs', een mythische plaats en oord, vaak ook nog verhaspeld met het bijbelse Eden... en dat Eden zou een lustoord zijn, vanwege de romantische weelderige tuinen, alwaar Adam en Eva tikkertje en verstoppertje speelden. Niets van dat alles is waar. Het 'paradijs' was een zône tussen de beide poolkappen. Dankzij de dichte atmosfeer, die het licht verdeelde en zelfs de nachtzijde van de planeet verlichtte en de warmte vasthield, was er tussen de ijsgebieden een gecontroleerd klimaat van temperatuur, vocht en licht. Zodoende konden de Anunnaki er leven, wonen en werken. Het licht was afgezwakt en het klimaat was zompig, als in een sauna...

en een heerlijk oord voor amphibische reptielen. Deze wereld, ruig, weelderig, wonderschoon van bomen, struiken, planten en bloemen, meren, rivieren, watervallen, zeeën en oceanen kende geen regen. Wel dauw dat 's morgens op de gewassen neerdaalde. Deze wereld werd gekenmerkt door graafmachines, barakken, mijnbouw, hijskranen, maar alleen slechts daar waar de Anunnaki de bodem exploiteerden. De rest was onbegaanbaar en oorspronkelijk en er leefden slechts primitieven (Homo Erectus) in de ogen van de Anunnaki. Wellicht, zoals eerder aangehaald; volken als de Aboriginals (a born original), Papoea's, Pygmeeën en Bosjesmannen. En er was natuurlijk een zeer rijke faunawereld...

Recht zo die gaat met, 

zoals sommigen menen nog de Sabeltandtijger, het Reuzenhert, machtige Oerossen, behaarde Mammoeten en zelfs nog late Dinosauriërs. Een zeer gevarieëerde wereld en rijk aan diversiteit en soorten, zowel in de dierenwereld, als in de plantenwereld. Geen infrastructuur, hier en daar dorpjes van leemhutten met rietdaken, van paalwoningen en nomadische samenlevingen met tenten van huiden en bestaande uit vissers en jagers. In die ruige onbegaanbare wereld richtten de Anunnaki hun observatieposten in, legden heli-havens aan, plaatsten pontons aan de rand van moerassen en werkten dag-in-dag-uit aan het verwezenlijken van high-tech mijnbouw in opdracht van hun superieuren.

Voor de volledigheid moet ik wel melden dat onze planeet Gaia rechtop in de ruimte zweefde en ten opzichte van nu op de kop; eigenlijk hangen wij op de kop en ook nog eens scheef tenopzichte van de stand van vóór de zondvloed. Ik denk dat de 'Ruimtepolitie' de Anunnaki gesommeerd heeft de planeet te verlaten en op te geven. Dat deden Anoe en diens zoon Enlil niet en het gevolg was dat de Gallactische Federatie de toenmalige zuidpoolkap aantastte waardoor een deel afbrak en in de oceaan stortte. De planeet kwam in onbalans, tuimelde en helde over. De oceanen en zeeën klotsten over de continenten, die meteen afkoelden en waardoor de 'weermachinerie' ontregelt raakte en...

de enorme atmosfeer neerregende in veertig dagen en veertig nachten. In Genesis staat;

7:11 In het zeshonderdste jaar van Noach, in de tweede maand, op den zeventienden dag der maand, op dezen zelfden dag zijn alle fonteinen des groten afgronds opengebroken, en de sluizen des hemels geopend. 7:12 En een plasregen was op de aarde veertig dagen en veertig nachten. 

De continenten koelden af, de 'weermachine', door de Anunnaki zorgvuldig beheerd, om het paradijs in stand te houden, werd ontregeld. Stormen staken op en rolden over de planeet en de dichte wolkendeken brak en scheurde open; de regens vielen onafgebroken en het zeeniveau steeg 120 meter tot 200 meter. De watermassa drukte diep in de korst, waardoor elders land werd opgestuwd, continentale platen botsen en de meeste 'alpine' gebergten ontstonden. Het aangezicht van de planeet was onherroepelijk verandert. Een ramp van dergelijke omvang had de mensheid en ook de Anunnaki niet eerder getroffen. God Enki leek rekening gehouden te hebben met de veranderingen, want... vóór de vloed creëerde hij de nieuwe mens; 'Noach', de eerste blanke.

Mogelijk de mens geschikt voor nà de vloed want ons hart ligt scheef ingebed in de borstkas en wel 23,5° en dat komt wonderwel overeen met de scheefstand van Moeder Gaia! Alsof de nieuwe mens is afgestemd op de nieuwe stand en positie van de planeet, nà de actie van de Gallactische Federatie... wat mij meteen aan het denken zet en mij doet vermoeden dat Enki samenwerkte met hen, maar dat komt later nog wel aan de orde als ik de schepping van de mens en de bloedlijnen van Seth naar Noach en de Soemeriërs (lees Friezen en Groningers) en de Israëlieten (lees 12 stammen van Jacob/Izaak/Abraham) behandel. Overigens kunnen we aannemen dat de 'tollende' beweging van onze planeet pas nà de zondvloed in werking trad en de zogenaamde precessie-cirkel slechts 10.800 jaren bestaat... en niet langer!

De knotszwaaiende held Herakles 

Indien onze 'goden' inderdaad komen uit ons eigen stelsel; van één der planeten die rondom de 'reizende' ster Nibiru draaien, dan kunnen we nu al vaststellen dat het leven op die planeten behoorlijk zal verschillen met het leven op onze planeet. Ten eerste zendt de reizende ster veel minder licht en warmte uit dan onze Zon. Ten tweede gaat 99% van hun reis door de donkere en koude buitenruimte van ons stelsel en mogelijk zelfs ver daarbuiten... en ten derde draaien de vier overgebleven planeten dichterbij hun ster dan de planeten in ons stelsel om de Zon, met uitzondering van de planeet Mercurius. Deze planeet staat vrij dicht bij de Zon. Zie afbeelding van Beryllium (BE-4) als voorbeeld van een stelsel, bestaande uit een ster en vier planeten, die als vier atomen rond de kern draaien.
Laten we eens kijken naar de drie planeten die het dichts bij de Zon staan: Mercurius staat op een gemiddelde afstand van 59.900.000 kilometer van de Zon en draait in 88 dagen één rondje om de Zon. Mercurius heeft geen atmosfeer en de temperaturen verschillen van +430 °C overdag tot -180 °C des nachts. Venus staat op een gemiddelde afstand van 108.900.000 kilometer van de Zon en draait in 224,7 dagen haar baan om de Zon. Onder de dichte atmosfeer loopt de temperatuur op tot +480 °C... en planeet Ki/Gaia staat op een gemiddelde afstand van 149.100.000 kilometer van de Zon en draait in 365,25 dagen één rondje om de Zon.

De gemiddelde temperaturen zijn +60 °C tot -90 °C. Onze begeleider de Maan, evenals Mercurius zonder atmosfeer, kent ook extremen van +153 °C tot -134 °C. De oude Soemeriërs noemden de Maan dan ook SIN. en dat is in oertaal Kwando dan SI IN>, met de betekenis; 'jaseker-intens', ofwel de Maan kent intense (uitersten) in temperatuur; grote hitte en extreme koude (sirre in het Fries.. en zodoende wordt een koning aangesproken met 'sire' want Sirius is een grote koning en bijzonder heet, bijna 10.000 °C...). Ik ga er van uit dat de vier overgebleven planeten rond de tweede ster, laten we hem vooralsnog Nibiru noemen, vrij dichtbij staan en behoorlijk snel ronddraaien.

In mijn serie van 'Duo Geel en Rood', over de Zon en de bij-Zon (10 delen) stel ik min-of-meer dat ook de naam Hercules/Herakles staat voor de naam van deze tweede ster en dat zijn knots de vier rondom de ster draaiende planeten zijn. Hercules (Romeins) of Herakles (Grieks) wordt veelal afgebeeld met een grote knots; hanteert deze met zijn arm of steunt op deze knots. Ik zie in die knots de vier cirkelende planeten, te vergelijken met de Hopi 'nephews' ofwel de 'engelen' God's die deze ster begeleiden. Zij banen zijn weg, ruimen ruimtepuin op onderweg en meppen wild van zich af als aanvallers of indringers de ster belagen, zoals onze reus Jupiter fungeert als een stofzuiger en...

veel opzuigt dat van buitenaf ons stelsel nadert... en zo de kleinere binnenplaneten vrijwaart van ongenode gasten.
Vanaf hier scheiden mijn gedachten

'Hier kom ik op een splitsing in mijn verhaal'... schreef ik in de vorige aflevering, dat 'tot doel heeft Zecharia Sitchin's beweringen te belichten, informatie te verschaffen over de 12 pla...komeet die een ster blijkt te zijn! en over de Anunnaki en de zeer aanstaande komst van deze tweede ster van ons stelsel'... En ik zal in het gehele verhaal nog enkele van dergelijke switchen maken om duidelijk te maken dat 'niets is wat het lijkt', zoals een Alien me in Amerika eens duidelijk maakte. Ook wil ik in deze serie de relatie zichtbaar maken tussen de mens en de Anunnaki, dat de Nederlanders uit Soemerië komen, de taal spreken van de 'goden'... die van hun wereld komt. Ook wil ik de bloedlijn vanaf Noach belichten en dat de Anunnaki voorkeuren hebben betreffende bepaalde mensenrassen en... het gezegde 'Alle mensen zijn gelijk', niet klopt.

De Sauriërs komen van duistere werelden... 

Vreeswekkende reptielen die staand en gehurkt in wandkasten... in bevroren toestand zelfs... komen uit de verre buitenruimte en ontdooien pas als ze in ons stelsel komen. Een aantal reptielen waren bewapend met 'hellebaarden' en de begeleidende tekst luidt; 'The coming of 'Nemesis' the dark star and the 40 million reptoid army with their plan to invade en conquer the earth'... Ik keek nog eens naar deze reptielen, een rilling gleed over mijn rug. Ik was sinds herfst 1986 met Sitchin's bezig, herstellende van overspannenheid en werd bewust, wakker en weer spiritueel. Jan van Toorn beweerde doodleuk dat er een lading tot de tanden bewapende reptielen deze kant op kwam... die graag in mensenbloed baden. Ik werd gedwongen de aanname; dat de Anunnaki wel eens amphibisch konden zijn - weer te omarmen. Het konden ook Sauriërs zijn.

De eerste bemande vluchten naar Ki werden pas uitgevoerd nadat wetenschappers onze planeet hadden aangepast aan de omstandigheden geschikt voor deze amphibische reptielen. De planeet baadde in het licht en de warmte van de Zon. Te veel van het goede, want de Anunnaki kunnen zo veel licht niet verdragen en daarom wierpen onbemande shuttles zaden en sporen af die het weer en klimaat op Ki moesten veranderen en zo groeit in duizenden jaren een zeer dichte atmosfeer die de planeet omhult als een dichte jas. Er wordt water onttrokken aan het 'weersysteem', waardoor de zeespiegel veel lager komt te liggen en heel veel water in de poolkappen wordt opgeslagen. De planeet ontvangt licht en warmte van de Zon, maar door de dichte atmosfeer worden beide verdeeld... zo ontstaat onder het wolkendek een zône om de planeet waar een gelijkmatig klimaat heerst.

Het Paradijs dus! Een gelukzalig oord waar de Anunnakigoden, de astronauten en kolonisten konden leven, wonen en werken. Een oord aangepast aan de behoeften van deze soort; geen direct licht van de ster, een vochtig lauwwarm klimaat, rijke vegetatie's, zompige moerrassen en rivieren en hun delta's met rijke visgronden, rietkragen, wieren en algen en pompeblad, een keur aan watervogels, reptielen en insecten en vooral, want daar ging het tenslotte om; minder zeeën en oceanen - dus meer landoppervlak voor mijnbouw, gaswinning en olieboring. Het Paradijs was geschikt voor de kolonisten en desondanks bleken de omstandigheden zwaar. De Anunnaki werkten en zwoegden, legden dammen aan, polderden land in, boorden naar olie en groeven diep in de bodem.

Ze veranderden het aangezicht van deze planeet en leefden bovengronds in plaats van ondergronds zoals nu het geval is, want in tegenstelling tot wat veel opduikt op internet, in commentaren en andere berichten; zijn de Anunnaki nooit weggeweest! De harde kern is altijd gebleven omdat ze niet meer terug kunnen naar hun eigen wereld vanwege 'genetische' aanpassingen. AN UN NA KI> = 'hemel-eenheid-gevormd-ki' en dat zegt eigenlijk al genoeg. Ze werden 'gevormd' voor planeet Ki en niet voor andere werelden. Hier zouden ze voor altijd blijven. De Nephilim, ook bekend in de bijbel als de Elohim zijn 'Nevelheimers', omdat hun heim in de nevelen is gelegen. Nephilim in oertaal Kwando betekent; NE PE HI LI IM/ME> 'nevel-persen-koud-liggen-impant/melden', ofwel deze figuren zijn 'koude nevelpersers' omdat zij reizen met een planetenstelsel rond een ster en zij tesamen door de nevelen gaan.

Ze kunnen niet anders, want hun planeet voert hen mee. De ligging van henzelf is gerelateerd aan de ligging of positie van hun planeet en die is geïmplanteerd in het systeem. Dus het woord Nephilim refereert aan hun positie en ondergeschiktheid. Zij zijn gevestigd (geëvoluëerd en woonachtig) op het systeem dat zich door de nevelen ploegt. Zij bewonen de 'nevelperser', ofwel ster Nibiru... die ik graag liever Gud, Anu of Ra noem. Zodoende roepen wij als koning Willem-Alexander over de rode loper majestueus binnenkomt dan ook Hoera hoera hoera, ofwel HU RA> HU RA> HU RA>. Driemaal want drie staat voor 'alles', compleet en totaal. De oude Egyptische farao's lieten altijd drie overwonnen vijanden afbeelden; drie betekende 'het gehele vijandelijke leger overwonnen'. Dus telden zij een, twee en drie. Ze konden wel tot drie tellen maar niet tot tien!

Een twee drie veel... zoals kleine kinderen tellen. Dat is flauwekul natuurlijk, maar drie stond voor 'alles'. Dus driemaal Hoera betekende alomvattend, totaal en compleet. Nou dat klopt ook wel, want zonder dit mini-stelsel, zonder die tweede ster met zijn vier planeten, is ook ons eigen stelsel niet compleet. De Grote Koning is RA. Hij treedt binnen op de rode loper (Rode ster met rood stof uit de astroïdengordel in zijn staart...) en dan buigen allen voor hem en roepen drievoud 'Hoera'... HU.RA., 'grote stralende! Er is ook een versie waarin wij roepen Hiep Hiep Hiep Hoera! En dan is 'hiep' in oertaal HI.PE., ofwel 'koude perser'. Wij roepen dan 'koude perser koude perser koude perser RA'. Hij die door de koude buitenruimte van ons stelsel zich een weg baande door de 'nevelen' van tijd en ruimte om uiteindelijk hier te verschijnen...
als een glorieuze koning. De machtige heerser die vanuit de zwarte ruimte opduikt in het licht van de Zon, zoals een Lotus omhoogschiet naar het licht, zijn wortels in de zwarte modder en zijn bloem etaleert op het water. Daarom wordt de Lotus en ook de Waterlelie graag gebruikt in de heraldiek en zien we bloem en blad vaak afgebeeld op schilden en banieren en in familie-wapens. HU.RA. omgekeerd wordt dan; AR U H(A)<, met de betekenis; 'rood-diepe bron-stromen', ofwel de Grote Ra, de stralende ster is rood (maar dat wisten we al), komt uit de diepe bron (Krabnevel in de Orion-Nevel in het Orion-sterrenstelsel) en komt op de stromen... hij reist tussen ons stelsel en de diepe bron. Hiep hiep hiep hoera is HI.PE. HI.PE. HI.PE.> ofwel; 'koude perser koude perser koude perser', wat ook te lezen valt als 'kouwe drukte' (want dat is een hype toch?...).

Deze koude perser is tevens de naamgever van zijn bewoners. Zoals de 'goden' hun naam danken aan de Soemerische benaming Gud, zo danken de Nephilim hun naam aan het feit dat hun ster door de zwarte koude reist. Van A naar B en weer terug. Van de diepe bron naar de Zon... en daarom ook Anu genoemd. Anu is in oertaal Kwando dan A NU> en AN U> en omgekeerd dan NU A< en U NA

in de omkering; EM/MI IL H(A) PE EN/NE

'Men kan niet aan die Wodan voorbijgaan, zonder althans eenmaal een blik in de Germaanse mythologie geworpen te hebben. Misschien ontmoeten we hem daar immers klein, zonder baard en blootshoofds'. 

In een ander boek, dat ik momenteel herlees, ook van een kom ik ook zoiets tegen. ...

en toen Viracocha (zoon van Wodan/Enki/Ptah) met zijn dienaren uit de hemel afdaalde... Ze omschrijven deze beroemdste godkoning van hun historie als een witte man van gedrongen gedaante met een lange baard, die merkwaardigerwijze gekleed ging als een Sumerische priester.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten