maandag 20 januari 2014

ANUNNAKI ONZE GODEN - deel 2 - Het Eindeloze Begin (2.0)

In de vorige aflevering nam ik een aanvang met de uitleg hoe ik het HeelAl, het Universum of de Kosmos zie en de positie van onze Melkweg. In dit deel zal ik inzoomen op die Melkweg en de positie van ons zonnenstelsel, met de onderliggende gedachte het fenomeen GUD/GOD beter te verklaren... en ons te doen inzien en beseffen dat God/GOD, de hoofdrolspeler in alle religies op onze planeet, niet meer is dan een regionaal fenomeen. Maar graag wil ik de volgende tekst nog eens aanhalen.

Ik schreef in de vorige aflevering: 

'Men neemt aan dat al in de eerste seconden de materie enorm opzwol en meteen de vorming van nevels sterrenstelsels, sterren en planeten aanving. De 'OerKnal' maakte de materialisatie mogelijk van het creatieve proces. Hierdoor heeft het centrum van alles, de doperwt zelf dus zich opgeheven en ontstond op die plek een enorme leegte. De oneindige denkkracht en creativiteit reist als het ware mee met de uitgestoten essentie, die tot materie verwordt'.

Daar past een leuk verhaaltje bij. 

In 1990 bezocht ik met een goede vriend de Volkssterrenwacht Corona Borealis in Dieren. Een heuse professor 'sterrenkunde' zou komen vertellen over de 'OerKnal en het uitdijende Universum'. Leuk en interessant dachten we. Wij waren daar niet eerder op bezoek geweest en vroegen bij aanvang van de lezing of we vragen mochten stellen. Ja dat mocht en de professor moedigde het zelfs aan omdat het de lezing verlevendigd en luchtiger maakt. De professor ving aan, toonde animatiebeelden van hoe het er tijdens de OerKnal uitgezien moet hebben... en op een gegeven moment stak ik mijn vinger op. 'Ja zegt u het maar', zei de professor. 'Als tijdens de OerKnal alle materie wordt weggestoten, als gevolg van creatieve processen, dan moet de plaats waar eens de doperwt of zich alle materie bevond nu leeg zijn', bracht ik naar voren, waarop mijn vriend er aan toevoegde; 'Eerst was er niets en dat ontplofte ook nog eens'!... de professor hoorde ons aan en zeeg ineen op zijn stoel, wreef in zijn ogen, harkte met een hand door zijn haardos en schudde zijn vermoeide hoofd. Zo veel helderheid was hem niet eerder tegemoetgetreden. Hij besloot de lezing abrupt af te lassen en haakte spontaan af. Dit ging zijn bevattingsvermogen te boven... of te onder.

Het Eindeloze Begin

Indien de OerKnal een werkelijkheid is en dat nadat de 'creatieve processen', zeg maar de ontwerpfase en de uitwerking op de tekentafel afgerond was, meteen de gedachtenkracht werd weggestoten en zich vormde tot materie, sterrenstof, licht en geluid en de gedachtenkracht daardoor afnam en zich omzette en als zodanig meereisde met de uitgestoten materie, dan kunnen we een vergelijk maken met het opblazen van een ballon. Alle weggestoten materie, nevels, sterren en planeten, licht en geluid zit aan de buitenkant en binnenin is het dan vanzelfsprekend leeg. Dit lijkt mij een normale gedachtegang. Ik tracht recht-voor-zijn-raap te denken en kijk naar wat ik heb en naar wat het wordt. Dat noemen we 'op onze klompen aanvoelen'. Geen hoogdravende gedachtenspinsels, maar gewoon met de beide benen op de grond. Nu wil ik mijn alter ego professor doktor Udo Limpopo introduceren. Udo Limpopo ontdekte in april 1999 (nee! geen 1 april!) dat hij vanuit het moderne Nederlands toegang had tot de vertaalde teksten van de duizenden jaren oude Soemerische namen, woorden en begrippen. Teksten vertaald uit het 'spijkerschrift' van de zogenaamde kleitabletten. Over het hoe en wat van Udo Limpopo's ontdekking, diens naam en de link met Afrika zal ik in een toekomstige aflevering nog wel uitvoerig berichten. Nu zal ik het kort houden. Udo Limpopo ontdekte dat de teksten op de kleitabletten geschreven zijn in een soort 'steno'. Dat is heel logisch natuurlijk, want zo kan er veel meer informatie op zo'n kleitablet. Udo Limpopo kent slechts 19 letters in zijn alfabet en daarvan zijn er slechts 4 klinker. Hij zet woorden om in de letters van zijn alfabet en hakt vervolgens het woord in stukjes. Elk deel, noem het een lettergreep, heeft een eigen volwaardige en volkomen betekenis.

We hebben nu de OerKnal besproken, maar ik wil nog wel even kijken naar het woord HeelAl. Ik blijf graag bij de Nederlandse woorden en vertalingen omdat deze taal, samen met het Deutsch (en het Vlaams/Afrikaans/Surinaams en Antiliaans) de oudste door 'mensen' gesproken taal is op deze planeet... en bovendien de taal van onze 'goden'. Ook hierop kom ik in een toekomde aflevering uitvoeriger op terug. Het woord HeelAl geeft al aan dat het een 'rekbaar' begrip is. HeeeeeeeeeeeeelAl wordt in mijn oertaal Kwando dan HE EL AL>, met de betekenis; 'heftig-elastisch-alles', ofwel het HeelAl is uitgerekt. Het is rekbaar en groeit kennelijk mee met de materie die uitgestoten werd. De lettergreep EL> staat voor elan, voor flair en flexibel en dus ook te zien als elastisch, elastiek en vooral 'rekbaar'. Draaien we het HeelAl om dan krijgen we de volgende combinatie; LA LE E H(A)

Gud 

De oude Sumeru (Soemeriërs) hebben op de kleitabletten de ontstaansgeschiedenis van ons zonnenstelsel geschreven en de Amerikaanse onderzoeker en schrijver Zecharia Sitchin heeft dat herontdekt. Volgens de teksten was de Zon (AB.ZU/AP.SU) er al vanaf het begin en daarna pas werden de planeten geboren. Eerst Mumu (Mercurius) en daarna Tiamat. Uit deze heilige drie-eenheid zijn vervolgens de planeten Mars en Venus geboren, daarna de reuzenplaneten Jupiter en Saturnus en daaruit vervolgens Uranus en uit Uranus weer Neptunus, die dus tweelingplaneten zijn. Toen ons stelsel af was, maar nog instabiel kwam een 'sterrenvonk' in onze richting geschoten. Die vonk is GUD, de GOD uit de bijbel en hij botste met de planeet Tiamat (Lukipehere/Lucifer uit de bijbel). Stel je eens voor; je bent net afgesplitst van een grotere ster en wordt weggeschoten. Helemaal zonder papa en mama werd dit weeskind in de richting van ons zonnenstelsel geschoten. Jong, onervaren en zonder ouders of hoeders ondervond hij meteen in ons zonnenstelsel vijandschap en vocht hij de strijd met de baas van het spul; Tiamat en versloeg haar... De andere, met name grotere planeten, steunden hem en waren blij dat hij Tiamat/Lucifer had verslagen...

In Jesaja 14 kunnen we het volgende lezen: Jesaja 14 vers 12 12 Hoe zijt gij uit den hemel gevallen, o morgenster, gij zoon des dageraads! Hoe zijt gij ter aarde nedergehouwen, gij, die de heidenen krenktet!

13 En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren Gods verhogen; en ik zal mij zetten op den berg der samenkomst aan de zijden van het noorden.

14 Ik zal boven de hoogten der wolken klimmen, ik zal den Allerhoogste gelijk worden.

Het was niet Lucifer die opklom naar de troon van GOD, maar de nieuwe vuurbrakende jonge ster GUD die opklom naar de positie van Tiamat. Een botsing kon niet uitblijven en zo kon op beide planeten evolutie aanvangen. Hij werd erkend en kroonde zich tot de oppergod van ons zonnenstelsel. Ondanks de aanbidding en zijn positie, is hij niet gelukkig. Elke 3600 jaren als hij in ons stelsel verschijnt zijn de anderen bang voor hem. Ze huiveren en trillen van angst. De oppergod, de stralende, de 'Heer der Hemelen' komt op inspectie. Hij zal nietsontziend de orde onder de planeten herstellen. Op Gaia gaat dat gepaard met aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en klimaatomslagen waardoor oogsten mislukken, honger en dorst de mens en dier plagen, daardoor komen de volken in beweging op zoek naar voedsel en beschutting. Hij is de grote verwoester. De mensen en goden die hier wonen, leven in angst en zijn onder de indruk van zijn kracht. Deze almachtige ster GUD regeert met harde hand... De soort die erop evolueerde kwam voort uit de Sauriërs. Dat was bij ons misschien ook wel de bedoeling, maar een Kosmische ramp maakte daar 65 miljoen jaren geleden een einde aan. Toen de Anunnaki-Guds hier kwamen en er onderzoek deden, kwamen zij er achter hoe alles in elkaar stak... Vooral na de zondvloed ontdekten zij hun verbondenheid met ons en onze planeet. De omkanteling en de zondvloed die het tot gevolg had, maakte het mogelijk dat zij beter de bodem en aardlagen konden onderzoeken. De planeet was letterlijk omgeploegd. Zo ontdekten zij dat de grote Sauriërs hun verwanten waren en dat de evolutie zich net als bij hen voltrokken had...

Met één groot verschil echter! Wij waren voortgekomen uit de zoogdieren en zij uit de reptielen... Daardoor zijn wij warmbloedig en kennen wij nestwarmte en zijn zij koudbloedig. Deze koudbloedigen (met blauw bloed!) worden uit eitjes geboren. Mama legt honderden eitjes, door papa bevrucht en uiteindelijk komen zij uit en zwemmen weg. Ze hebben geen enkel benul dat zij honderden broertjes en zusjes hebben! Zij hebben geen enkele binding met de anderen of met hun vader en moeder! Dat zie je ook bij de Anunnaki-Guds! Ze zijn afstandelijk, klinisch en wij ervaren dat als hardvochtig en soms wreed. Dat zijn de Sauriër-aspecten in hen. Daarmee hoeven het geen slechte wezens te zijn. Ze zijn anders. Ook wij dragen zowel het goede als ook het slechte in ons en de scheidslijn is soms flinterdun!

Dat wat wij menen te weten en wat ons aangaat is slechts één grassprietje op een heel voetbalveld. Zo liggen de verhoudingen. Ons zonnenstelsel is dat ene grassprietje en het veld is de Melkweg waarin wij wonen. Dan zijn er nóg miljarden andere voetbalvelden! Het lijkt gemakkelijk om alles van en over dat ene grassprietje te weten, maar dat doen we niet. Op de totale leeftijd van 4,7 miljard jaren die onze planeet oud is, is de komst van de goden/Anunnaki en hun verblijf hier slechts 1/10.000e deel! ofwel 450.000 jaren. Da's helemaal niks! En van dat 1/10.000e deel weten we nagenoeg niets. Ik zeg dit alles zodat tot ons doordringt hoe weinig we weten of menen te weten. De planeet en de wereld zoals wij deze nu kennen is het resultaat van 445.000 jaren aanwezigheid van de Guds. Sinds de ompoling 10.800 jaren geleden en de zondvloed die daarvan het gevolg was, zijn we voor het eerst vrij. Geen slaven meer van de Guds en bezig onze herkomst te ontdekken. Dus eigenlijk reikt onze kennis maar tot aan de zondvloed en van dat tijdvak weten we zeer weinig... daarvan zijn de laatste 6.000 jaren ons een beetje bekend omdat er oude teksten zijn gevonden. Dat is onze historie, daarvoor is alles prehistorie... Een begin tot dat ontdekken is het boek 'De Twaalfde Planeet'. Dankzij dit boek heb ik mij enorm kunnen ontwikkelen en geweldige ontdekkingen gedaan en inzicht verkregen in tal van zaken. Ik heb inmiddels zulk belangrijk feitenmateriaal ontdekt dat er geen twijfel mogelijk is aan Sitchin's verhaal en het meer is dan een theorie alleen, het is onze werkelijkheid!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten