maandag 20 januari 2014

ANUNNAKI ONZE GODEN - deel 3 - De Melkweg als Metropool

Alles, zo ontdekte ik de laatste jaren, is het resultaat van 'aktie-reaktie'. Het ons bekende HeelAl (Kosmos of Universum) kan alleen maar bestaan doordat alles erin steeds de confrontatie zoekt om tot scheppende processen te komen. Als ik zoiets waarneem, roep ik steevast 'Kosmos'. Ik herken het! Alweer jaren geleden begon het mij op te vallen, dat als ik een straat infietste en deze leeg was, op een enkele geparkeerde auto na, bij het passeren ervan er ook een tegemoetkomende auto passeerde. Een vrijwel lege straat, geen rijdend verkeer en net als ik bij de geparkeerde auto aankom, is er opeens een tegemoetkomende (soms een achteroprijdende) auto in de straat. Gelijktijdig passeren we elkaar ter hoogte van de geparkeerde auto. Een lege straat en opeens is er dan die tegenligger. 'Kosmos'!… Het passeren is niet altijd zonder risico en daarom versnel ik of knijp ik in de remmen. Ik begon te beseffen dat alles in het HeelAl gebaat is bij confrontatie en botsing. Zonder dat zou het HeelAl niet zijn zoals het nu is.

Wie of wat is GOD?!

Het HeelAl, Kosmos of Universum is de verzamelnaam voor de grootsheid van de totale schepping, maar dat fenomeen kunnen we niet duiden met de naam GOD. Als we dat wel doen dan is GOD te zien als A - de oneindig creatieve en scheppende kracht van het HeelAl, Kosmos of Universum, B - als schepper van Hemel en Aarde en C - als de schepper van de Mens! Dan zou GOD, de Allergrootste en Allerhoogste macht, dit kleine planeetje waarop wij wonen hebben uitgekozen, om zijn 'enige' zoon te verwekken en deze hier in een pijnlijk kruisigingsritueel laten lijden teneinde de 'zonden' van de mensheid weg te wassen. Dat vind ik klinklare onzin, dus moet GOD een andere grootsheid kennen. In de vorige aflevering beschrijf ik hoe immens groot het HeelAl is en hoe klein en onbeduidend ons zonnestelsel en dat GOD een regionaal fenomeen is en niet het HeelAl, Universum of Kosmos is en representeert. Dat is van een geheel andere orde. We mogen het woord GOD niet verbinden met de geweldige scheppende, creatieve en liefdevolle kracht die vertegenwoordigd is in al-wat-is, in heel-het-alles – in het HeelAl. Wel is GOD de schepper van ‘Hemel en aarde’ en is hij de Vader die in de hemelen is… Ik beschrijf ook hoe weinig wij weten en dat wat wij weten of menen te weten maar 6.000 jaren terug gaat, omdat oudere teksten niet gevonden zijn.

We kunnen de schop in het zand zetten en onderzoek doen, maar we kunnen slechts bij benadering een inschatting maken van hoe het ooit was. Wetenschappelijk onderzoek, archeologie in het veld en in de archieven en door de samenhang der dingen te ontdekken, verschaft ons inzicht in het verleden. We moeten de volksverhalen van stammen en volken opslaan, zoeken in de sagen, legenden, overleveringen en zelfs de sprookjes om er aanwijzingen te vinden naar hoe in de oudheid de mens leefde en wat er in zijn wereld gebeurde. We kunnen oude beschavingen en culturen bestuderen en kijken naar de ontwikkelingen van de bouwwijzen, de weefkunst, pottenbakken en naar het niveau van de gereedschappen en wapens. We kunnen onderzoek doen naar de taalontwikkeling en taalverwantschap en we kunnen kijken, voelen en meten hoe onze planeet is opgebouwd en functioneert door bodemonderzoek en de weermachine trachten te begrijpen. Nou, dat hebben we allemaal al gedaan inmiddels en desondanks is het plaatje bij lange na niet compleet. Dat komt omdat wetenschappers onderling niet of nauwelijks samenwerken, ze niet over hun wetenschappelijke grenzen heen kijken en omdat slechts weinigen het totaaloverzicht hebben. Een ondoordringbaar woud van verschillende culturen, beschavingen, religies, folklore, goden en godinnen, hun tempelcomplexen, piramides en paleizen maakt het er ook niet overzichtelijker op!

In de komende afleveringen zal ik GOD en diens invloed op ons dagelijkse leven belichten, want GOD heeft astronomisch niet alleen invloed op ons, nee hij bracht ook planeten voort en van die planeten kwamen astronauten naar hier. Die astronauten bepalen nog steeds wat er op onze wereld plaatsvind. De ster/planeet is algemeen bekend als Nibiru en PlanetX maar Zecharia Sitchin zelf noemt hem de 'twaalfde' planeet. Hij is een vast lid van onze planetenfamilie + Zon en maakt het twaalftal hemellichamen compleet. Ik zie hem als een ster maar Sitchin denkt dat het een planeet betreft. Op pagina 153 van zijn eerste boek; 'De Twaalfde Planeet', uitgegeven door Uitgeverij Mirananda in 1980, schrijft Sitchin;

'Opduikend vanuit de buitenste ruimte, was Mardoek een nog pasgeboren planeet, die vuur braakte en straling uitzond. Als hij zijn lippen bewoog, spuwde hij vuur uit.'

De pasgeboren planeet/ster raakt op ramkoers in de richting van ons zonnestesel. Hij noemt deze planeet/ster Mardoek en later ook Nibiru en slechts éénmaal Gud. Ik zal in deze reeks vertellen over zijn komst en hoezeer hij het zonnestelsel veranderde... met de nadruk op zijn grootsheid en zijn dadendrang, maar ook om zijn kleinheid in de Melkweg aan te tonen, want Gud/God of GOD mag dan wel verheven zijn door de kerkleiders tot de 'schepper van het Universum, tot het creatieve brein achter de Kosmos of als de bron van het HeelAl, maar dat is feitelijk onjuist! God/GOD is een regionaal fenomeen in de buitenste gebieden van de Melkweg. Ik schreef in de laatste aflevering;

'Dat wat wij menen te weten en wat ons aangaat is slechts één grassprietje op een heel voetbalveld. Zo liggen de verhoudingen. Ons zonnestelsel is dat ene grassprietje en het veld is de Melkweg waarin wij wonen. Dan zijn er nóg miljarden andere voetbalvelden'! En dat wil ik aan de hand van een ander voorbeeld duidelijker schetsen.

De Zon als pingpongbal 

Wij wonen op een planeet, die met de andere planeten van ons stelsel en onze Zon 'wervelen' in één van de spiralen van de grote roterende schijf, die wij de Melkweg noemen. Wij wonen in een buitenwijk van een hele grote stad. Met de tram en bus kunnen we naar het centrum gaan. We kunnen ook vanuit onze wijk zo de velden en bossen in. Zo ongeveer valt onze positie te plaatsen. Buiten onze enorme stad bevinden zich nog wel een miljard andere steden. Vele zijn kleiner, sommige even groot en andere veel groter. Dat verschil in grootte gaat ook voor de sterren. Voorbeeld: Onze Zon, onze eigen ster is middelmatig van formaat en helderheid. Als we de Zon vergelijken met de ster Sirius, is onze Zon een pingpongballetje ten opzichte van Sirius, die dan het formaat heeft van een voetbal! Sirius is enorm groot, heet en zeer helder.

De grote stierplaneet GUD 

Wat ik in de vorige aflevering schets, is slechts de aanzet tot en de opzet van een betoog om u als lezer duidelijk te maken, dat GOD een planeet/ster is in ons eigen zonnestelsel en alleen hier van invloed is. Elders kent men hem niet of nauwelijks. Drie straten verderop in de stad, is men met geheel andere zaken bezig en zeker niet met ons! Onze Zon is één van de miljoenen sterren die schitteren aan het firmament.
Inmiddels hebben astronomen erkend dat veel stelsels zoals het onze, ook een tweede ster hebben. In dat geval is het volkomen 'normaal' dat GOD onze tweede ster zou zijn. GOD/GUD is binnen ons zonnestelsel van groot belang. Hij is het belangrijkste lid van onze planetenfamilie en na de Zon de tweede in de hiërarchie… en misschien is hij wel nummer Eén! Hij is wellicht niet eens een planeet, maar een kleine ster! Een mini-Zon. Niet de echte Zon, maar de tweede Zon dus, de bij-Zon. Daar stamt de naam Bison van af. Het grote Amerikaanse prairierund met de naam Bison is een verwijzing naar de grote stierplaneet GUD. Het Soemerische woord GUD wordt in oertaal, het door professor doktor Udo Limpopo genoemde Kwando, als GU.UD. vertaald, met de betekenis; 'Stier-uitdravend', ofwel aanstormende stier of 'wilde stier'. Het is slechts één van de vele namen van deze majestueuze komeetster. GUD steekt de Zon naar de kroon, maar hij is kleiner en bovendien slechts af-en-toe hier aanwezig. Daarnaast is hij minder krachtig in licht en warmte. Omgekeerd wordt het woord GUD dan DU.UG>, wat; 'gaan-uitgaan' betekent, ofwel - hij verschijnt in ons zonnestelsel, maar vertrekt ook weer. Hij komt, verschijnt, blijft even en vervolgt zijn eliptische baan om de Zon en zijn lange reis door de ruimte... en in DUG (in het Soemerisch Doeg) lezen we ook zijn vertrek. We zwaaien hem uit alsof het visite betreft die laat in de nacht de straat uitrijdt... 'Nou doeg, ajuu en tot later, doeg doeg'...
Dus in het kort kunnen we tot de conclusie komen dat het onmetelijke Universum, Kosmos of HeelAl gebaat is bij frictie, confrontaties en botsingen en dat het een redelijke verklaring is voor het ontstaan van al het leven. Zo is het tenminste hier in ons zonnestelsel ook gegaan, maar dat komt in een komende aflevering aan de orde. Nu kunnen we stellen dat GOD een plaatselijk en regionaal fenomeen is en niet te vergelijken is met de oerscheppende kracht dat alles heeft voortgebracht. Hoe moeten we het fenomeen GOD dan zien?! Nou als een op ramkoers geraakte 'sterrenvonk' dat uiteindelijk terechtkwam in ons zonnestelsel en daar leven bracht. Hij schiep 'Hemel en Aarde' en herschikte de orde der planeten in ons zonnestelsel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten