dinsdag 18 februari 2014

Dagboek Anne Frank is bedrog!

Donderdag, 17 maart 2011

Picture
Anne maakte haar vader multi-miljonair!

Al eerder schreef ik over het feit, dat het Anne Frank dagboek fraude was, maar de bewijzen waren toen vrij dun. Inmiddels kan ik uit meerdere bronnen putten, die aantonen, dat het dagboek nimmer door Anne kan zijn geschreven. Misschien hield ze wel een dagboek bij, maar niet op de manier, die wordt gesuggereerd.

Eerst na jarenlange studies door experts, kwam vast te staan, dat het 'Dagboek van Anne Frank' een vervalsing is, een ordinair 'literair bedrog' en dat zou dus strafbaar zijn. Maar allereerst zal ik een aantal onderzoekers voorstellen: Eric Thompson, Zweeds analist en o.a. werkzaam voor verschillende regeringen aangaande communistische en joodse propaganda; Minna Becker, grafologe (handschrift deskundige dus), die door het Duitse gerecht gevraagd is 'het dagboek' professioneel en grondig (middels forensische technieken) te onderzoeken. (Later kom ik hierop met verdere gegevens terug). Verder professor Faurisson, gespecialiseerd in de kritiek van teksten en documenten, die samen met zijn studenten een studie ondernam binnen het kader van zijn seminar "Kritiek van teksten en documenten". Die studie resulteerde in de bevinding, dat "Het Dagboek van Anne Frank een vervalsing is".

Het onderzoek van professor Faurisson verliep in verschillende stadia. In de eerste fase heeft hij de tekst intern-kritisch onderzocht, waaruit bleek dat "het dagboek" een aantal onwaarschijnlijkheden bevatte. Het was oorspronkelijk niet de bedoeling deze tekst te publiceren, maar wel de bevindingen die hierin werden gedaan te gebruiken - samen met nog een heel aantal andere elementen - om een boek over deze zaak samen te stellen. Andere onderzoekers kunnen zijn besluit, nl. dat "het dagboek" een vervalsing is, slechts bekrachtigen. Professor Faurisson had Otto Frank laten weten, dat hij met zijn studenten bezig was met een studie van "het dagboek" en had hem vanaf het eerste ogenblik zonder omwegen laten weten, dat hij twijfelde aan de echtheid. Otto Frank toonde zich in het geheel niet verbaasd en verklaarde zich bereid om al de inlichtingen te verstrekken, die Professor Faurisson zou verlangen. Otto Frank had toen inmiddels al toegegeven, dat hij data veranderd had.

Faurisson vermeld in zijn onderzoek, dat hij geen verstand heeft van grafologie en dus op dat terrein geen oordeel kan vellen, hoewel hij, net als ieder ander die de handschriften vergelijkt, zal merken dat het dagboek "vier verschillend lijkende handschriften" bevat en nu en dan overgaat van volwassen schrift naar kinderlijk handschrift, enz. Bij de drie schrijfboeken worden zelfs 338 losse bladen toegevoegd voor de periode van 20 juni 1942 tot maart 1944. Hierop wordt ingegaan door grafologe Minna Becker. Het is vreemd, dat een meisje, dat blijkbaar over van alles kon beschikken, haar verhaal geschreven zou hebben op losse velletjes papier, terwijl ze tegelijkertijd in haar zogenaamde "geheime dagboeken" schreef. Ook vreemd is, dat haar vader Otto Frank, terwijl hij - zoals beweerd wordt - met zovelen in een kleine ruimte moest samenleven, niet op de hoogte was, dat zijn dochter een dagboek schreef; dit na de oorlog pas vernam en het dan nog enige jaren zal duren, voordat het geschikt werd bevonden om er mee in de publiciteit te komen. Onverklaarbaar toch?

Toen Otto Frank dacht zijn meesterwerk voltooid te hebben, besloot hij "na het gecorrigeerd en verbeterd te hebben" en het bewerkt was door een vriend van Otto Frank, een zekere Schnabel en enkele intieme vrienden, plus het koppel Cauvern, plus ene Anneliese Schütz om er enkele te noemen, het dagboek te publiceren onder de titel "Het dagboek van Anne Frank". Inmiddels had het al een vijftal keren veranderingen ondergaan. Professor Faurisson, die verscheidene malen persoonlijk contact heeft gehad met Otto Frank aangaande "het dagboek", werd (toen Otto Frank via de interviews tot de ontdekking kwam, dat zijn verhaal riskante vragen opriep), verder geweigerd de zogenoemde originele papieren nog langer in te zien en Otto Frank dreigde zelfs met een proces. Hij was inmiddels dankzij het dagboek multimiljonair geworden en dus kon hij zich dat nu wel permitteren. Otto Frank was tot de conclusie gekomen, dat de gesprekken verpletterend voor hem uitvielen en voor "het dagboek". Hij gaf daarvoor als argument, dat "mensen die met negatieve onderzoeksresultaten komen, zijn Nazi's". Komt mij niet helemaal onbekend voor, zodra je bijv. de holocaust in twijfel trekt, ben je gelijk een antisemiet. Waarheidsvinding doet men in joodse kringen vaak niet aan.

Omstreeks 1960 werden door de procureur van Lübeck twee expertises aangevraagd om een zaak te onderzoeken van een leraar (Lothar Stielau), die in 1959 twijfels had geuit over de echtheid van "het dagboek", waarop Otto Frank onmiddellijk een aanklacht indiende tegen deze leraar. De grafologische expertise werd toevertrouwd aan de in het begin genoemde Minna Becker. En ene Annemarie Hübner had de opdracht na te gaan of de teksten overeenstemden met de teksten van de handschriften. Pas veel later vernam Faurisson dat de procureur van Lübeck een derde expertise bevolen had. Waarom deze derde expertise? En op welk punt, daar blijkbaar alle mogelijkheden tot onderzoek uitgeput waren voor Minna Becker en Annemarie Hübner? Het mogelijke antwoord is, dat de procureur wellicht van mening was, dat de expertises Lothar Stielau in het gelijk zouden stellen en zou "het dagboek" onmogelijk echt kunnen worden verklaard.

Minna Becker was gedurende haar expertise ook tot de conclusie gekomen, dat alles met "hetzelfde handschrift" is geschreven en bewees zij met haar  grafologisch onderzoek dat heel wat van de losse papiertjes uit "het dagboek" geschreven zijn met een ballpoint, die pas in ±1950 is uitgevonden. Daarop trok Otto Frank plotseling zijn aanklacht in tegen Lothar Stielau, die ondertussen om onbekende redenen zijn betrekking in het onderwijs had verloren. Dit zou reeds het einde van dit artikel kunnen zijn. Ga maar na, alles geschreven in hetzelfde handschrift - dus door dezelfde persoon - en dan kan alleen de persoon zijn, die met de ballpoint heeft geschreven. Daar is geen stok tussen te krijgen. Maar we gaan nog even door, want latere informatie heeft Faurisson nogmaals gelijk gegeven. In 1980 werden "de manuscripten" door een Duitse rechtbank onderzocht en dat bracht dan die verrassende feiten alweer naar voren. In dit verband wordt verwezen naar het boek van H. Le Goff, "Les grands truquages de l'histoire", blz. 35 tot 37:

In 1979 had Otto Frank, de vader van Anne, een proces aangespannen tegen een 75-jarige gepensioneerde, een zekere Ernst Römer, die publiekelijk verklaarde, dat hij niet in de authenticiteit van "het dagboek" geloofde.   In eerste instantie won Otto Frank dit proces, maar Ernst Römer ging in hoger beroep. Om te trachten in deze zaak helderheid te verkrijgen, vroeg het Hamburgs gerechtshof een expertise uit te laten voeren van het manuscript door het Bundeskriminalambt. Daarvoor werden de meest geperfectioneerde methodes gebruikt, waaronder bijv. ultravioletstralen en de stereomicroscoop. Het resultaat van deze expertise op 5 mei 1980, werd door Anton Muller aan Prof. Faurisson ter hand gesteld. Het was verbluffend: De op de losse bladen aangebrachte verbeteringen zijn geschreven in blauw-zwarte en rode inkt en in potlood, zegt het verslag, maar ook gedeeltelijk in zwarte, groene en blauwe balpeninkt. Welnu, het verslag voegt eraan toe, dat de balpeninkten van dit type pas na het zogezegd origineel opstellen van "het dagboek" en dus zes jaar na de dood van Anne Frank zijn uitgevonden! Plus, sinds de expertise van Minna Becker in 1960, weten we dat het hele manuscript, correcties en toevoegingen inbegrepen, door dezelfde hand geschreven zijn. De auteur van de correcties en toevoegingen moet dus ook dezelfde zijn geweest als van de rest van het manuscript en ........ dat kan dus Anne Frank niet zijn geweest!

Dus was de auteur dan toch de vader van Anne Frank zelf, die na 1950 aan zijn origineel manuscript een Nederlandse vertaling zou hebben toegevoegd aan de vele toevoegingen, die waren aangebracht aan de Duitse versie. Bezorgd om zich te beschermen tegen elke betwisting aangaande de echtheid van deze toevoegingen, zou hij zelf door het onoplettend gebruik van een balpen, onvrijwillig het bewijs geleverd hebben, dat "het dagboek" niet een authentieke getuigenis is, zoals hij zelf beweerde, maar dus "een literair bedrog".

Voor diegenen, die geïnteresseerd zijn in de gevonden fabels en de totaal niet kloppende details en verzinsels in "het dagboek" zijn de boeken van o.a. Professor Faurisson een aanrader. De titels zijn: Het Dagboek van Anne Frank: Een Kritische Benadering" en "Het Dagboek van Anne Frank: Een Vervalsing". Zal wel een hele zoektocht worden, want deze boeken zijn moeilijk te verkrijgen, omdat het bewijs levert van een vieze zwendel, of zoals het woordenboek het noemt: Een jodenstreek. Niettemin brengt het zogenoemde "Anne Frankhuis" ieder jaar veel geld op, waar argeloze toeristen de mooie praatjes moeten aanhoren van de zogenaamd alles wetende en goed betaalde gidsen. In 2010 bezochten meer dan 1 miljoen mensen het Anne Frank Huis in Amsterdam.
Norman G. Finkelstein noemde een boek van hem niet voor niets "The Holocaust Industry". Business as usual.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten